In de VS groeit het ongemak rond het slavernijverleden: ‘Waarom kan Amerika de geschiedenis niet onder ogen zien?’

Reportage

Omstreden verleden Het slavernijverleden van de Verenigde Staten is een strijdperk voor politici. De mythe van The Beautiful South blijkt onuitroeibaar.

Geschiedeniscoördinator Joe McGill op de plantage Magnolia. „Zou u willen trouwen in een concentratiekamp?”
Geschiedeniscoördinator Joe McGill op de plantage Magnolia. „Zou u willen trouwen in een concentratiekamp?” Foto Gavin McIntyre / The New York Times

In elke groep zit er wel eentje, had Joe McGill vooraf gezegd. In deze groep is het een onopvallende man uit New Hampshire. Hij zit in zijn T-shirt en korte broek naast zijn vrouw en een stuk of vijftien andere bezoekers op een bankje op de plantage Magnolia in South Carolina. McGill vertelt over de familie Drayton die dit moeras in cultuur wilde brengen en hoe lastig dat was. Suiker – mislukt. Olijven – mislukt. Citrusvruchten – mislukt. Zijde – mislukt. Al die jaren van mislukking werd de zware arbeid niet verricht door de Draytons, maar door mannen en vrouwen die uit Afrika waren geroofd en als slaven te werk werden gesteld in het drassige gebied. Het magnifieke huis, Drayton Hall, is het resultaat van hun slavenarbeid. Ze leden onder malaria en cholera, werden bedreigd door slangen en krokodillen. Honderden jaren lang, want de Draytons kochten de grond in 1676 en de slavernij werd in de VS afgeschaft in 1865.

De tuin geurt wild na een lichte regenbui en de late zon zet de houten slavenhuisjes achter de rug van McGill in sprookjesachtig licht. „Heeft u nog vragen”, vraagt McGill. Ja, zegt de man uit New Hampshire, en hij stelt de vraag die de coördinator geschiedenis en cultuur van Magnolia al had voorzien omdat die bij elke rondleiding, in welk vorm dan ook wordt gesteld: „Behandelde de familie Drayton hun slaven goed?”

De geschiedenis van de Verenigde Staten is een strijdperk voor politici geworden, en geen terrein van het verleden is meer omstreden dan dat van de slavernij. De afgelopen jaren zijn in tal van staten met een Republikeinse meerderheid wetten aangenomen die het doceren van de vaderlandse geschiedenis aan strenge beperkingen onderwerpt. In South Carolina ligt sinds februari een amendement op de onderwijswet klaar waarin deze bepaling wordt voorgesteld: „Met ingang van het schooljaar 2023-2024 mag op een openbare school niet worden onderwezen over mensen die slaven bezaten.”

Vrijwel alles in de opstelling gaat over het harde leven van de kolonisten

Waarom Amerika niet?

Duitsland kon het met zijn Vergangenheitsbewältigung na de jodenvernietiging. Zuid-Afrika met zijn waarheids- en verzoeningscommissies na de afschaffing van de Apartheid. „Waarom kan het even beschaafde Amerika het niet opbrengen om het duistere deel van haar verleden onder ogen te zien”, zegt McGill. En nee, zegt hij tegen de vraagsteller uit New Hampshire. „Er waren geen plantagehouders die hun slaven goed behandelden. Ze hielden er slaven op na.”

In 1860, vijf jaar voor de afschaffing van de slavernij, waren er 46.300 plantages in de VS, landgoederen waar twintig of meer mensen van Afrikaanse komaf onvrijwillig en onbetaald werk leverden. De emancipation kwam aan het eind van de burgeroorlog, waarin de zuidelijke staten vochten om hun slaveneconomie in stand te kunnen houden. Direct na het dubbele verlies, van hun opstand en van hun belangrijkste bron van inkomsten, werd de mythe geschapen van „the beautiful South”, alsof een hogere beschaving ten gronde was gericht.

McGill sliep ook in het slavenkwartier op de voormalige plantage Sylvester Manor, in de staat New York.
Foto Nicole Bengiveno / The New York Times

Opmerkelijke verschillen

Wie nu langs de plantages rijdt die open zijn voor publiek, ziet opmerkelijke verschillen in wat er van de geschiedenis wordt getoond.

Wormsloe in Savannah, Georgia, is misschien wel de meest gefotografeerde plantage. De oprijlaan, ruim twee kilometer lang, overspannen door eiken en Spaans mos, was decor voor de baanbrekende tv-serie over de slavernij, Roots uit 1977, voor zombieserie The Walking Dead en voor duizenden Instagramplaatjes. De borden in het uitgestrekte park wijzen op de bomen, de planten (‘de wasgagel met zijn karakteristieke aroma’) en de vogels. De film die in het bezoekerscentrum wordt getoond vertelt vooral over de noeste arbeid van de oervader van Wormsloe, Noble Jones, en hoe hij in 1742 de Spanjaarden versloeg die vanuit het zuiden oprukten.

In het lemen gebouwtje naast de ‘smidse’ zit ‘Victoria’ in haar roodbaaien rok en bloemenovergooier naaiwerk te doen. Ze vertelt over de voordelen van leem als bouwmateriaal, over de mislukte oogsten en het eentonige werk voor vrouwen in de achttiende eeuw. In een huisje als dit sliepen vijf tot acht mensen, zegt ze. Slaven? Nee, arme witte kolonisten. „Er waren wel slaven op Wormsloe, maar die sliepen dan met vijftien tot twintig mensen in een huisje als dit.”

Joe McGill probeert overal in de VS in voormalige slavencabines te slapen, zoals deze in de Magnolia Grove plantage in Greensboro, Alabama.
Foto Jahi Chikwendiu / Getty Images

Helemaal niets over slavernij

Opzichter Gretchen Greminger staat achter de toonbank van het bezoekerscentrum en verontschuldigt zich voor de opstelling in de zaaltjes. Vrijwel alles gaat over het harde leven van de kolonisten en de oorlogen met eerst de Spanjaarden en later de Britten. Tussen de vuurwapens en de aanplakbiljetten van de lokale herberg (‘niet meer dan vijf mensen per bed’) zoek je vergeefs naar vermeldingen van de slavenarbeid die hier werd verricht nadat de Engelse investeerders in 1749 hadden toegegeven aan de verzoeken van de kolonisten en slavernij hadden toegestaan op hun grond. „Toen ik hier zes jaar geleden begon te werken was er helemáál niets over de slavernij te vinden”, zegt Greminger. Dat noemt ze het ‘schoongepoetste verhaal’ over het verleden. „Sindsdien ben ik erin geslaagd stapje voor stapje stukjes echte geschiedenis door onze opstelling te strooien. We gaan vooruit.”

De meeste bezoekers van Wormsloe komen nog steeds voor de oprijlaan en de mooie bomen, zegt Greminger. „Ze realiseren zich niet welke geschiedenis achter die bomen schuilgaat.” Bedoelt ze dat de Amerikanen, inclusief de nakomelingen van Noble Jones die nog altijd het plantagehuis bewonen, niet wíllen weten dat er slaven werden gehouden op Wormsloe? „De meeste bezoekers laten weten te waarderen dat we nu ook daarover vertellen. Maar er is ook een groep die zich daar ongemakkelijk bij zegt te voelen. Jammer dan, het spijt me dat ik u lastig val met de historische werkelijkheid.”

De verwerking van het slavernij- verleden ging gestaag voorwaarts tot een paar jaar geleden

Geschaamd

‘Ongemakkelijk’ is het sleutelwoord. In verschillende staten (onder meer Florida, South Carolina, Texas, Arkansas) is bij wet vastgelegd dat leerlingen zich in de les niet ‘ongemakkelijk’ mogen voelen over hun ras of hun afkomst. Er zijn klachtenformulieren voor dat ongemak. Op de Chapin High School in South Carolina vulde een scholier in dat-ie zich „daadwerkelijk had geschaamd blank te zijn” nadat hij filmpjes had gezien ter voorbereiding op de behandeling van het boek Between the World and Me van Ta-Nehisi Coates, over de ervaringen van zwarte Amerikanen met structurele discriminatie. De directie verbood daarop de les over het boek.

Het zijn pogingen om kinderen te ‘beschermen’ tegen de echte geschiedenis, zegt Joe McGill. Dertien jaar geleden bracht hij de nacht door in een slavenhut op Magnolia. Het zijn dezelfde hutten waar hij nu de bezoekers rondleidt, met de haardsteden, de grote vijzel voor de rijst en de onbegrijpelijk kleine slaapruimte. In zijn boek Sleeping with the Ancestors, dat volgende maand verschijnt, beschrijft McGill zijn eerste overnachting. „Het was helemaal niet onplezierig. Ik hoorde mijn eigen ademhaling en dacht aan de mannen, vrouwen en kinderen die in deze hut hadden geleefd”.

Het was het begin van een project dat hem sindsdien langs tientallen slavenverblijven in verschillende staten heeft gevoerd. In de eerste jaren kwam hij nog veel plantages tegen die de „gezellige Gone With the Wind-versie van de geschiedenis lieten zien”, zegt hij met een verwijzing naar de klassieker over de burgeroorlog, die in Technicolor de mythe van de beautiful South verspreidde. Door de jaren heen zag McGill dat minder worden. Op de plantages van de eerste Amerikaanse presidenten, Washington, Jefferson en Madison, konden bezoekers rondlopen zonder te weten dat ze op een plantage waren. Nu geven ze er speciale rondleidingen over de slavernij.

Ook Magnolia was vroeger vooral een heerlijke tuin – na de afschaffing van de slavernij was dat de voornaamste bron van inkomsten. Mensen konden hier hun huwelijk vieren, als ze wilden in historische hoepelrokken à la Scarlett O’Hara. „Zou u willen trouwen in een concentratiekamp”, vraagt McGill altijd aan de groepen die hij rondleidt. Eenmaal had een Joodse bezoeker bezwaar gemaakt tegen die opmerking. Hij vond de vergelijking ongepast. Waarom, had McGill gevraagd: er zijn honderden jaren lang mensen tegen hun zin de dood in gewerkt, de levensverwachting voor nieuwe dwangarbeiders was op sommige plantages maar zeven jaar. „Maar het is hier zo mooi”, had de man gezegd.

Slavenhoudende hypocrieten

Kinderen accepteren zijn toelichting op het verleden gemakkelijker dan volwassenen, zegt McGill. En hij ziet dat zwarte bezoekers, waarvan er steeds meer naar deze historische locaties komen, zich soms ongemakkelijk voelen als hij aan witte uitlegt dat Washington, Jefferson en Madison geen heilige presidenten waren maar „een zootje slavenhoudende hypocrieten”. Hij wordt vaak gebeld om advies te geven over hoe om te gaan met de slavenverblijven. Een bed and breakfast? Zou ik niet doen. Half tentoonstelling, half toiletruimte? Hoe komt u op het idee!

De huidige eigenaren van Magnolia, nog altijd de Draytons, besloten in 2009 dat de héle geschiedenis van de plantage moest worden verteld. Ze schakelden historici in en veranderden hun bezit in een educatief centrum over de slavernij.

De verwerking van het slavernijverleden ging gestaag voorwaarts, tot een paar jaar geleden. In 2019 wijdde The New York Times zijn wekelijkse magazine aan 1619, het jaar waarin de eerste Afrikanen werden verkocht op Noord-Amerikaanse bodem. De premisse van het essay van hoofdauteur Nikole Hannah-Jones was dat slavernij en racisme is ingebakken in de oorsprong van de Verenigde Staten en dat 1619 daarom een beter beginjaar van de Amerikaanse geschiedenis is dan 1776, het jaar van de Onafhankelijkheidsverklaring. „Dat riep enorme reacties op”, zegt McGill. De moord op de zwarte arrestant George Floyd in het volgende jaar, en de daaropvolgende rellen was de tweede aanleiding voor de terugslag. Daarna kwam de stroom van geschiedenis-beperkende wetten op gang.

Sindsdien heeft McGill al een paar afzeggingen gekregen. Op zijn website kondigde hij een overnachting op een plantage in Kentucky aan. De eigenaren belden om het uit te stellen. „Nooit meer iets van gehoord.” In Florida, de staat waar gouverneur en presidentskandidaat Ron DeSantis een kruistocht tegen ‘indoctrinatie’ in het onderwijs voert, overlegde McGill met nota bene de federale Park Service die een voormalige plantage beheert. „Die afspraak is gewoon verdampt.”